Zoals geopenbaard aan
Marshall Vian Summers
op 4 december 1987
te San Francisco, CA, Verenigde Staten
Over deze tekst
Noot voor de lezer:
Deze vertaling werd voor de Society verzorgd door een student van de Nieuwe Boodschap die aangeboden heeft om de originele Engelse tekst te vertalen. Wij stellen deze vertaling in haar vroege vorm beschikbaar voor de wereld om mensen de mogelijkheid te geven in hun eigen taal kennis te maken met een deel van de Nieuwe Boodschap.
Ik wil het graag hebben over geven in de zin van wat jullie werd gegeven. Ieder van jullie is vanuit zijn Spirituele Familie naar deze wereld gekomen om zijn rol te spelen in dit tijdperk van de menselijke evolutie. Jullie zijn gekomen met problemen die opgelost moeten worden, maar belangrijker is dat jullie de herinnering aan jullie Ware Thuis hier zijn komen brengen, zodat het onderscheid tussen de wereld en het Aloude Thuis waar jullie vandaan komen mettertijd zal afnemen en verdwijnen.
Zie je, alleen zij die weten dat ze van hun Aloude Thuis komen, kunnen geven. Als je niet weet dat je een thuis hebt buiten de wereld, hoe kun je dan geven? Je bent berooid. Je bent arm. Armoede is de staat waarin je verkeert, zelfs als je geld hebt, in auto’s rijdt en in luxe leeft. Het gevoel van armoede is je metgezel.
Omdat iedereen hier vanuit deze plek is gekomen met geschenken voor de wereld, delen we een gemeenschappelijk erfgoed. En toch onderscheiden we ons op vele belangrijke manieren omdat we ons in een staat van evolutie bevinden. We gaan ergens naartoe. Het leven hier gaat ergens naartoe. Alles in het universum beweegt – planeten, sterren, sterrenstelsels – allemaal bewegen ze naar iets toe.
We komen allemaal van dezelfde plek. We keren allemaal terug naar dezelfde plek. Maar we volgen verschillende wegen en gebruiken verschillende middelen. Nu je in de wereld bent gekomen, is er veel hulp voor je beschikbaar. Er is enorme veel hulp, mijn God! Het heeft veel planning gekost om je zover te krijgen, omdat je uit je Spirituele Familie bent gekomen. Terwijl je in de wereld bent, ben je dus een vertegenwoordiger van je Spirituele Familie. De wereld is een eenzame, arme plaats. Daarom is het belangrijk dat jullie, die geschenken komen brengen, niet alleen het gevoel hebben dat je zou moeten geven of dat je moet geven, maar ook beseffen in welke mate jullie moet geven.
Zie je, wanneer je niet getiranniseerd wordt door je eigen gedachten, begin je de Aanwezigheid te voelen die bij je is, de Aanwezigheid van je Spirituele Familie. Je kunt hun Aanwezigheid hier voelen. Zo krachtig is hun Aanwezigheid! Als je blijft werken aan je ontwikkeling, zul je die niet alleen voelen, je zult haar ontvangen en ze zal in je bewegen. Het is een zeer groots proces. Zeer krachtig!
Bij het bestuderen van De Weg van Kennis leren mensen zich los te maken van hun eigen gedachten, zodat zij het rijk van de zuivere ervaring kunnen betreden. Onderweg leren ze hun waarneming te verfijnen, hun gevoeligheid te ontwikkelen en hun denken te organiseren. Dit alles gebeurt vanuit het geven.
We zijn hier om te geven. Je hebt hier niets dat wij nodig hebben. We hebben geen auto’s en geld nodig, geen feestdagen of vakanties. We hebben geen wereldreis nodig. We kunnen altijd de wereld rond. Zomaar even! We kunnen zo aan de andere kant van de wereld zijn. Dus, dat wat de wereld bezit hebben we niet nodig, maar jij hebt wel iets wat wij nodig hebben. Wat wij nodig hebben is dat jij geeft wat wij je gaven toen je hier kwam. Zie je, je hebt je Spirituele Leraren heel hard nodig, maar zij hebben jou ook nodig. Het is een perfecte complementaire relatie. Je zou niet succesvol kunnen zijn in je ontwikkeling in deze wereld als je je Leraren niet bij je had. De wereld zou je volledig opslokken. Je zou hier verdwalen met weinig hoop om nog enige herinnering aan je ware bestaan terug te krijgen. Dankzij je Leraren en je ware aard is dit niet het geval.
Laten we het dus hebben over wat het betekent om te geven, want aan geven zijn veel ideeën verbonden, en sommige daarvan zijn niet nuttig. Ten eerste is het heel belangrijk dat je beseft dat je niet weet wat je te geven hebt. Het is niet wat je denkt. Opzettelijk geven laat je vaak berooid en leeg achter. Het laat je zwakker en meer uitgeput achter dan voorheen.
Jij bent het niet die geeft. Het is jouw Kennis die het geven via jou doet. Er beweegt iets in jou dat geeft. Dat is de ware bron van het geven. Het is jouw leven dat geeft. Jij bent dat niet. Wat kun jij geven? Je hebt een beetje geld, een paar bezittingen, een beetje tijd, een beetje liefde, een beetje mededogen. Ja, het kan nuttig zijn deze dingen te geven, maar je hebt te weinig.
Het is iets in jou dat anderen op een lichamelijk, geestelijk en emotioneel manier geeft en voedt. Daardoor word je krachtiger, sterker en gezonder. Waarom? Omdat jouw Kennis geeft waar zij moet geven, en zij geeft aan de juiste mensen onder de juiste omstandigheden op de juiste manier. En jij, als medium van het geven, profiteert ervan omdat je het geschenk ook ontvangt. Hier is geven een spontane en natuurlijke exercitie.
Kan jij je Geest iets laten geven? Nu kun je ideeën, gedachten, emoties en overtuigingen geven, en die kunnen nuttig zijn, maar er is een groter geven dat jou geeft. Dit is heel belangrijk, want velen van jullie hebben het gevoel dat je meer moet geven dan je wilt. Dit creëert conflicten en dan denk je: “Nou, als ik geef, krijg ik meer. Als ik geef wat ik wil, krijg ik wat ik wil.” En er zijn allemaal dit soort ideeën over geven die niets meer zijn dan onderhandelen. “Nou, ik geef een beetje hier en een beetje daar.”
Dat is niet het geven waar ik het over heb. Waar ik het over heb is Kennis die opkomt en zich in jou uitdrukt. Het is de kracht van je Ware Wezen, en op een bepaald moment geeft ze jou. Iets neemt het van binnen over, en het is zo natuurlijk en genadig. Je merkt dat je iets zegt of doet wat je nooit van plan was te zeggen of te doen. Achteraf zeg je: “Mijn God! Wat heb ik gezegd? Wat heb ik gedaan?” Het is alsof het leven het uit je heeft getrokken.
Dus, jij bent niet de gever. Jij bent het medium van het geven. Dit is een heel belangrijk verschil. De personen die wij eren voor hun grote bijdragen in de heilige dagen, zowel hier als in het buitenland, hebben zij bedacht wat zij wilden geven? Nee. Hebben ze bedacht hoe ze dat zouden doen? Nee. Zij gaven veel omdat zij meer gaven dan zij van plan waren te geven aangezien hun Kennis het geven deed.
Als Kennis geeft, is iedereen op zijn gemak. Er is geen schuld of verwijt vanwege te weinig geven in die situatie. “Oh, ik had die persoon moeten helpen, maar weet je, ik wilde het echt niet,” of “Ik zou die persoon moeten opzoeken, maar weet je, ik wil het echt niet.” En er is zelfs een verschrikkelijke schuld voor het niet willen, omdat je het zou moeten.
Je gaat niet naar huis omdat het zo hoort. Je bent niet in de wereld gekomen omdat je dat zou moeten. Er is geen “moeten” in het universum. Dat is niet wat de dingen beweegt. De aarde draait niet omdat dat zou moeten. Heeft zij een keuze in deze kwestie? Wordt ze niet bewogen door iets groters? En wordt jouw geven niet ook door iets groters bewogen?
De Weg van Kennis uit de Grotere Gemeenschap leert mensen hun grootsheid te ontvangen. Dan kan Kennis hen krachtiger bewegen. Dan is er minder obstructie. Er staat minder in de weg. Er wordt minder geweigerd. Er heerst minder besluiteloosheid. Er is minder voorkeur. Daarom is dit onderricht zo mysterieus. Het is niet filosofisch van aard. Wij reiken geen hele nieuwe filosofie van het geven aan.
Dus, hoe doe je dit mysterieuze soort geven waar ik het over heb? Je moet je voorbereiden. Dat is essentieel. Dat onderscheidt de ware ingewijden van de schijnheiligen. Zij die bereid zijn zich voor te bereiden in een leerplan dat zij niet voor zichzelf hebben uitgevonden, zijn degenen die hun eerdere capaciteiten zullen overtreffen. De opleiding is al opgesteld en staat vast. Zij wordt gegeven in veel verschillende vormen, en zij brengt je altijd op een weg die je zelf niet zou zijn ingeslagen. Zij vraagt je iets te ontvangen wat je zelf niet zou kunnen geven, en na verloop van tijd zal zij je vragen iets te geven waarvan je niet wist dat je het had. Je zult de kracht van het universum in je zien werken, en het zal niet bij je opkomen om vragen te stellen over God, eeuwigheid, geluk, vrede en evolutie. Je zult slechts getuige zijn van de beweging der dingen. Sterker nog, je zult de beweging der dingen zijn.
Waarom is een heilige zo krachtig? Omdat zij de beweging zijn. Zij hebben zich hier lang op voorbereid. Het is niet iets dat op een dag langs kwam en hen wegvaagde. Ze hebben zich mentaal, emotioneel en fysiek voorbereid. Waarom? Omdat dit het rijk van de voorbereiding is. Je bereidt geen Kennis voor; je bereidt je lichaam en je geest voor om voertuigen voor Kennis te zijn.
Wij willen het hier hebben over spirituele training omdat die relevant is voor het geven. Wanneer je oefent, of het nu een meditatie is in welke vorm dan ook of een oefening in schrijven of observeren, is het heel belangrijk dat je de oefening ingaat met het idee jezelf daaraan over te geven. Wat kun jij uit de oefening halen? Als krijgen je drijfveer is, zul je niet het geduld, de openheid of de ontvankelijkheid hebben die nodig zijn om de voordelen te ontvangen.
Als je in meditatie je ogen sluit en zegt: “Ik wil contact met de Leraren. Ik wil deze vraag beantwoord zien. Ik wil zekerheid hebben over deze kwestie. Ik wil een verheven ervaring hebben. Ik wil mijn huidige omstandigheden verlaten en me geweldig voelen. Ik wil, ik wil, ik wil,” dan vind je natuurlijk niets. Dus is er onmiddellijk teleurstelling en dan zeg je: ” Goed, misschien als ik alle wensen opgeef, krijg ik wat ik wil,” en zo gaat het maar door.
Maar, zie je, als je in meditatie oefent, kom je om jezelf hieraan te geven, en er is een reactie omdat je Leraren zich komen geven en dat is de aanraking. Daar raken jullie elkaar aan. Ik geef aan jou, jij geeft aan mij en we delen ons wederzijds geven. Mensen denken in meditatie vaak dat er allemaal sferen en niveaus en dat soort dingen zijn, maar weet je, er is alleen maar relatie. Welke ervaring je ook hebt, die is er omdat je je geest op een bepaalde manier verbindt met een andere geest. De sferen en zo doen er niet toe. Relatie is belangrijk; intimiteit is belangrijk. Dit brengt Kennis voort. Dit brengt de herinnering aan je Aloude Thuis naar je terug, zodat je een afgezant kunt zijn terwijl je hier bent, want daarom ben je gekomen. Waarom zou je anders naar hier gekomen zijn? Het is een te moeilijke plek om op vakantie te gaan. Je bent hier niet gewoon om oude fouten te herstellen. Daarvoor is de motivatie te gering.
Velen van jullie weten al dat je dit en niet dat moet doen. Dat komt niet alleen doordat iemand je dat verteld heeft. Je weet wat niet goed voor je is, maar je doet het toch. Je moet deze dingen niet eten; ze geven je niet zo’n goed gevoel. Elke keer als je deze persoon ziet of naar die plek gaat, is dat niet goed voor je. Dat weet je toch? Maar je doet het toch. Hoe komt dat? Zou het niet redelijk zijn om aan te nemen dat als je iets ziet dat in je voordeel is, je dat onmiddellijk zou aangrijpen? Als je werkelijk gemotiveerd bent, gebeurt dit.
Waar komt die ambivalentie over Kennis, die ambivalentie over relatie, die ambivalentie over intimiteit vandaan? Misschien is een manier om dit te bekijken dat als je denkt dat je jezelf gaat cultiveren voor jezelf, er eigenlijk te weinig reden is om dat te doen. Het leven is immers kort. Je kunt je net zo goed vermaken. Je kunt niet zeker weten wat er aan de andere kant op je wacht.
Mensen cultiveren zichzelf over het algemeen omdat ze zich realiseren wat hun waarde is voor de wereld. Waarom zouden ze anders al deze ontwikkeling doormaken, deze inspanning leveren, hun energie besteden en deze kleine offers brengen, tenzij ze zich realiseren dat ze belangrijk zijn voor de wereld? Het is te moeilijk voor mensen die alleen maar op zichzelf gericht zijn om zich voor te bereiden. Het is te groot voor persoonlijke doelen.
Je hebt niet veel mensen nodig om Kennis levend te houden in de wereld. Slechts een vrij beperkt aantal die volledig antwoorden kan haar hier levend houden. Hun leven is Kennis. Hoewel het mensen zijn met persoonlijke problemen en persoonlijke gedachten en zorgen, verblijft er nu een Grotere Kracht in hen. Dat is evident. Zij, als individuen, moeten zich ontwikkelen om deze Aanwezigheid te dragen, want je moet heel wijs zijn om deze Aanwezigheid in de wereld te dragen. Je moet gezuiverd en gereinigd zijn, en je geest moet heel zijn. Je kunt geen tegenstrijdige impulsen en wil hebben. Je gedrag moet deze heelheid uitdrukken.
Kennis is zeer krachtig. Zij heeft een enorm effect op anderen. Je kunt er niet idealistisch over doen. Als je deze Aanwezigheid geeft aan hen die dat niet willen, geef je hen slechts drie keuzes: Ze kunnen zich bij je aansluiten, aan je ontkomen of je aanvallen. Ze hebben geen andere keuze. Ze zullen eigenlijk niet onverschillig zijn. Je bent een kracht om rekening mee te houden.
Daarom moet je je op zo’n manier ontwikkelen dat je met wijsheid geeft. Dit houdt jou in stand en garandeert dat jouw geven op de juiste plaats bij de juiste personen zal plaatsvinden. Daarom zullen mensen die voorbestemd zijn om hun Spirituele Familie te ontvangen een lange periode van ontwikkeling doormaken, die voor hen om andere redenen lijkt te gaan. Je denkt dat je naar seminars gaat, over dingen nadenkt en boeken leest om een beter mens te worden, ja? Nee, nee, nee! Het leven heeft geen beter mens nodig. Het brengt je gewoon in een positie zodat je op een gegeven moment kunt ervaren wie er bij je is, op zo’n manier dat je een venster hebt op je Aloude Thuis. Al deze persoonlijke groei, waar dient die toe? Zij brengt je slechts in een positie waarin je Kennis kunt ervaren. Dat is haar enige waarde.
Jouw Leraren zijn aan jou toegewijd, zodat jij leert om aan de wereld te geven. Dat is hier geluk. Geluk hier is weten dat je thuis bent terwijl je hier bent. Het enige overblijfsel van Thuis is je geven, dat is je Kennis, die zichzelf geeft wanneer je er klaar voor bent. Je hoeft jezelf niet te kwellen met de gedachte: “Ik moet meer geven. Ik moet meer geven. Ik moet meer geven.” Dat doe ik niet. Jij hoeft dat ook niet te doen. Maar op bepaalde momenten zul je bewogen worden om te geven, en die momenten zijn belangrijk. Het is geen verplichting of schuldgevoel. Het is iets anders. Het is volkomen natuurlijk.
Eerst moet je je voorbereiden, en je voorbereiding heeft alles te maken met jezelf geven. Wanneer je mediteert, geef je jezelf. Je Leraren komen alleen opdagen als ze het belangrijk vinden. Je kunt ze niet binnen hengelen. Inzichten zullen naar je toe komen wanneer je er klaar voor bent. Ze komen niet op verzoek. Gedachten zijn geen inzichten. Kennis is geen gedachte op de manier waarop jij erover denkt. Wanneer je je gedrag of je denken bestudeert en wanneer je over het leven van anderen leest op een manier die je inspireert, geef je dan daaraan over. Dat is allemaal geven. En dan is er een grote opening in je. Het is zo vanzelfsprekend, dat het bijna aan je aandacht ontsnapt.
Als dit geven mag doorgaan en je wordt een persoon met een onberispelijk karakter, dan kan het geven gebeuren met weinig risico voor jou persoonlijk en met groot voordeel voor anderen. Je zult getuige zijn van een wonderbaarlijke gebeurtenis in jezelf. Denk niet dat Jezus Christus zich niet verwonderde over zijn eigen werk! Het is een wonder om te zien dat jouw leven een voertuig is voor een groter geschenk.
Kunstenaars, muzikanten en atleten moeten trainen op hun vaardigheid. Ze moeten lang oefenen. Oefenen, oefenen. Wat is hun beloning? Hun beloning is dat zij, op de momenten dat hun vaardigheid ten volle wordt benut, een Grotere Kracht in zich voelen bewegen. Het is bijna alsof ze meeliften. Ze overstijgen de inspanning en de angst. Ze worden meegesleurd. Hun voertuig is voorbereid, en nu kunnen zij het mechanisme ervan overstijgen. Het is een zeer totale ervaring in zeer korte tijd.
Als je deze wereld verlaat, ga je terug naar je Aloude Thuis en ontmoet je je groep. Je kijkt en vraagt: “Heb ik alles gegeven? Zijn mijn zakken leeg? Heb ik alles afgeleverd?” Als je zakken niet leeg zijn, zul je terug willen komen. Niemand zal je bevelen om terug te komen. Je zult zeggen: “Mijn God! Waarom heb ik het niet gezien? Het is me nu zo duidelijk! Ik ben Thuis. Het is zo duidelijk! Waarom was ik zo’n ellendig iemand? Ik was daar maar een paar jaar, toch? Het lijkt wel gisteren dat ik bij jullie allemaal was. Nou, ik wil terug. Wanneer kan dat?” En je komt erachter dat je nog even moet wachten.
Het is zo duidelijk wat er moet gebeuren. Je moet de persoon in de wereld zijn die je bent als je in je Aloude Thuis bent. Dat moet er gebeuren. Als dat eenmaal gelukt is, hoef je hier niet meer te komen, want dan kun je geven zoals wij. Zie je, de wereld is als een tuin. Hij wordt onderhouden door tuiniers. Jullie geesten zijn de grond en de zaden van wijsheid worden geplant. Wij cultiveren deze tuin omdat er alleen geesten zijn die geesten cultiveren.
Je hoeft dus geen heilige te worden. Je hoeft geen gedrag na te bootsen of jezelf te dwingen te geven wat je niet wilt geven. Dat is niet de voorbereiding. Het is moeilijk voor studenten van Kennis om het belang van hun specifieke dagelijkse ontwikkeling volledig te waarderen. Zij bereiden zich voor op een grote opening in zichzelf waar hun Thuisland zich via hen openbaart en uitdrukt. Op dat moment zijn zij Thuis en zijn zij een verlengstuk van Thuis in de wereld, waar zij die Thuisloos zijn naartoe komen.
Het leven is zo kort, waarom zou je mediteren? Je bent hier maar een paar jaar, dan word je eruit geschopt, teruggestuurd als een retourpakket! Waarom al die tijd oefenen? Je moet het doen omdat het je natuur is om te geven. Je bent gemaakt om te geven. Jij bent het geschenk. Zonder geven is het leven miserabel.
Ja, ieder van jullie heeft behoeften en soms heb je heel veel nodig, maar dat is alleen om je in staat te stellen te geven. Dit is zo duidelijk als je ooit contact hebt met je Leraren, want alles wat zij doen is geven. En zij vragen jullie op een bepaald moment dingen te doen, zodat jullie het geven kunnen ervaren, en zij hun vreugde met jullie kunnen delen.
De grote levens, wat hebben ze hier vergaard? Slechts één ding en dat is relatie. Wat namen ze mee naar huis toen ze vertrokken, rijk of berooid? Ze namen relaties mee.
Zie je, als je leven draait om het leveren van een bijdrage, zul je geen probleem hebben om mensen te vinden die bij je willen zijn. Je probleem is de juiste mensen te kiezen. Je hoeft je geen zorgen te maken over een goede carrière. Het leven buigt zich naar hen die geven, zo dorstig naar geven is het leven hier. Als de Aanwezigheid bij je is, zullen mensen als een magneet naar je toe komen. Daarom moet je iemand zijn met weinig of geen persoonlijke ambitie. Je moet heel rein zijn, maar je reinigt jezelf niet. Kennis reinigt je.
Welnu, de wereld is een zeer moeilijke plek om in te geven, omdat mensen ambivalent zijn over het genezen. Er is veel hardheid en woede. Dus, hoe geef je in zulke situaties? Hoe geef je aan mensen die boos, haatdragend en ongelukkig zijn? Hoe geef je waar geven onmogelijk lijkt? Hoe geef je in situaties die gevaarlijk of gewelddadig lijken? Er zijn veel “hoe te” vragen over geven en ze zijn erg legitiem, maar mijn antwoord aan jou is heel eenvoudig, hoewel het een beetje mysterieus zal zijn: maak je hierover geen zorgen. Wat via jou geeft, weet hoe, wanneer en waar het moet geven, omdat jij niet degene bent die geeft. Jij bent de persoon die volgt.
Dit brengt me bij mijn volgende belangrijke punt: Jullie moeten allemaal volgelingen worden. Het is zeer merkwaardig dat in jullie samenleving het zijn van een volger zo kleinerend lijkt. Volger zijn is iets waar mensen op neerkijken. “Oh, je bent een volger? Wat is er mis met jou?” Iedereen hier wordt verondersteld een leider te zijn en de leiding te hebben – een kapitein of generaal of admiraal of leider van een bedrijf of meester artiest. Een volger zijn is iets zieligs.
Jullie moeten allemaal volgelingen worden, want jullie zijn allemaal volgelingen. Er zijn geen leiders in de wereld. Zij die leiders lijken te zijn, volgen ofwel Kennis, of ze volgen hun ambities. Ze zijn gebonden aan wat ze volgen. Er is geen vrijheid behalve in het kiezen en volgen van de juiste roeping.
Om een echte leerling te zijn, moet je een volger worden, want een echte leerling betekent dat je dingen leert die je nooit eerder hebt geleerd. Je betreedt een terrein waarvan je weinig weet en je moet jezelf toevertrouwen aan je gids of instructeur. Jij kunt de weg niet wijzen. Als je jezelf probeert te onderwijzen, zul je alleen maar oude informatie herhalen. Je zult op hetzelfde terrein rondlopen in de veronderstelling dat je grote vooruitgang boekt en na vele doorbraken zul je op dezelfde plek eindigen. “Nou, hier ben ik weer!” Je moet een volger zijn.
De grote ontvangers van Kennis, zij die leiders zijn, hun leven is gebonden aan Kennis. Zij volgen haar. Ze zijn toegewijd aan haar. Ze worden erdoor geleid. Ze worden erdoor gevoed.
Wat kun je weggeven in het leven behalve je onafhankelijkheid? Is vrijheid een zegen als zij je scheidt van Kennis? De enige echte vrijheid is een leven van Kennis. Dan ben je vrij om werkelijk jezelf te zijn. Dan kan je de maximale bijdrage leveren en ben je vervuld.
Ja, je moet Leraren volgen. Waarom? Omdat je Leraren Leraren volgen. Zo vindt iedereen zijn weg naar Huis. We kennen geen individuen die alleen de weg zoeken. Iedereen trekt iedereen, volgt de persoon die vooroploopt en leidt de persoon achterop. Zo loopt iedereen in een rij terug naar God.
Je moet jezelf geven in dit leven anders zul je hier jouw leven nooit ervaren. Je zult thuiskomen en beseffen dat je je kans volledig hebt gemist. Zie je, wanneer je Thuis bent, is het heel inspirerend om in de wereld te komen omdat je Thuis bent! Alles is hier zo duidelijk, en een paar jaar naar beneden gaan is niet erg. Maar als je in de wereld komt, vergeet je dat allemaal. Dan ben je iemand van de wereld, en zijn overleven en bevrediging je zorgen.
De ware gave in jou is om Kennis bij te dragen en zo zelf te ontvangen. Je moet leren hoe je dit doet, want het deel van jou dat moet leren is dat deel van jou dat tot de wereld behoort. Je persoonlijkheid behoort tot de wereld. Je lichaam behoort tot de wereld. Die neem je niet mee als je vertrekt. We hebben geen naamplaatjes Thuis! De persoonlijkheid en het lichaam moeten gecultiveerd worden, anders hebben ze niet de capaciteit om Kennis te dragen. Je zult een zaadje zijn dat nooit ontkiemt, en je zult naar huis gaan met je zaadje ongeopend.
Het is heel belangrijk om jezelf als een volgeling te zien, want je bent altijd een volgeling van iets. Je kunt een volgeling zijn van je eigen besluiteloosheid, een volgeling van je eigen overtuigingen, een volgeling van je eigen emotionele gesteldheid. Het enige wat je kunt beheersen is de beslissing over wat je zult volgen. Op dat punt kun je de leiding nemen.
Als je zegt: “Ik zal Kennis volgen,” kun je haar niet leiden. Zij is zo krachtig, hoe kun je haar dan leiden? Waar kun je haar heen leiden? Ze heeft haar eigen plek om naartoe te gaan. Ze brengt je naar de mensen die jou echt nodig hebben. Ze zal een man of vrouw voor je vinden als je dat nodig hebt. Ze zal je kinderen geven als je dat nodig hebt.
Voor studenten van Kennis is dat moeilijk omdat zij nog steeds proberen ergens heen te gaan met hun Kennis. “Nou, ik ga Kennis gebruiken om dit te zijn of dat te hebben.” Maar misschien heeft Kennis een ander idee. Je kunt er niet mee onderhandelen. Zij is een kracht. Zij onderhandelt niet. Ze sluit geen compromissen. Ze praat niet over dingen. Ze gaat gewoon daarheen waar ze moet gaan, en als ze daar niet heen kan, dan verblijft ze latent in je.
Daarom wensen wij, die deze wereld cultiveren, dat je heel lief bent voor jezelf. Je kunt jezelf niet zuiveren. Je kunt jezelf niet reinigen. Je kunt jezelf niet verheffen. Echte voorbereiding aangaan is een proces aangaan met je Spirituele Familie voorbij het zichtbare en met individuen in het leven hier op zeer specifieke manieren. Je doet mee aan deze dingen omdat het moet. Klopt dat? Ja! Dat klopt. Je weet niet waar je voor tekent. Lieve hemel, als ik je zou vertellen wat je zou doen als je Kennis werd vervuld, zou iedereen weglopen en zeggen: “Ik had een ander plan voor mezelf!”
Maar wat als ik zou zeggen: “Als je dit doet, zul je iemand zijn die enorm gelukkig is. Je natuur zal worden vervolledigd. Je zult niet langer proberen in een idealistische staat te verkeren, een perfect mens te zijn. Je zult in staat zijn in het moment te leven omdat er geen toekomst is waarover je moet onderhandelen. Je zult verder zien dan beelden. Je hoort meer dan woorden. Je zult verder voelen dan uiterlijkheden. Het leven in deze wereld wordt transparant voor je, en je begint je Aloude Thuis te zien door de transparantie.”
Dit brengt me bij mijn volgende punt. Een deel van je voorbereiding als student van Kennis is dat je je aard moet begrijpen. Dit is heel belangrijk omdat je je beperkingen moet beseffen. Het is heel belangrijk dat je je beperkingen inziet, want die heb je. Dan word je eerlijk tegenover jezelf. Dat hoort bij het opgroeien. Als je een echte bijdrage wilt leveren in het leven, moet je je beperkingen kennen. Je moet begrijpen hoe je werkt, zonder al die waardeoordelen, en dan kun je het meest effectief met je mechanisme werken.
Je lichaam heeft een bepaalde vorm en bepaalde fysieke kenmerken. Je geest is ook zo. Het is niet je functie om je aard te overstijgen. Het is je functie om hem te gebruiken als een voertuig voor het leveren van een bijdrage, omdat je aard hier tijdelijk is. Waarom het tijdelijke perfectioneren? Je hebt geen tijd om dat te perfectioneren. Je verliest hem lang voordat hij geperfectioneerd is. Het is alsof je een maaltijd bereidt en er te lang over doet. Tegen de tijd dat je klaar bent, is alles bedorven! Je geest, je lichaam en je persoonlijkheid – hun hoogste optie is om voertuigen voor Kennis te worden.
Ja, correcties zijn nodig. Ja, je moet je gedrag veranderen. Ja, je moet jezelf op bepaalde manieren in toom houden. Maar hoe kun je waardering voor jezelf hebben als je altijd probeert een absoluut perfect iemand te zijn? Natuurlijk zul je angsten kennen. Natuurlijk doe je dingen op bepaalde manieren. Je hoeft je daardoor niet te laten beperken, maar je moet begrijpen dat het je aard is.
Zie je, de functie die je krijgt als jouw Kennis eenmaal tot een bepaald punt is gecultiveerd, zal je een rol in het leven geven die volledig complementair is aan je natuur. Het is een hele grote zegen dat God wil dat je precies bent zoals je gemaakt bent. Dat is helemaal perfect voor jouw functie. Het is moeilijk je aard te begrijpen omdat je de relevantie ervan voor je functioneren niet ziet. Je bent op maat gemaakt voor iets dat je nog niet ontdekt hebt. Als je je functie ontdekt, gaat je leven meer over het eren van je aard dan over pogingen die te veranderen. Je zult er echter meester in moeten worden, want er zijn zowel risico’s als voordelen, en je kunt de risico’s niet rechtvaardigen. Je moet leren je aard te accepteren en verstandig te gebruiken.
Dus, laten we hen eren die hun geven overstegen, zij in wie het geven zichzelf gaf. En laten we dankbaar zijn dat dit gebeurde, want Kennis is levend gehouden in de wereld. Kennis is de oase in een droog en dorstig land. Het maakt niet uit dat de theologen kwamen en prachtige geloofssystemen construeerden voor hun eigen voortbestaan. Het maakt niet uit dat het denksysteem dat het gevolg was van dat geven verkalkte en een rem werd voor mensen. Dat gebeurt altijd. Als Kennis verdwijnt, begint het denken. Als mensen niet kunnen weten, verzinnen ze dingen om zichzelf tijdelijke stabiliteit te bieden teneinde hun eigen bezorgdheid weg te nemen. Want zonder Kennis is er alleen maar bezorgdheid.
Laten we hen eren in wie het geven zichzelf gaf. Zij moesten zichzelf ontwikkelen om het geven niet in de weg te staan. Ze probeerden het niet voor andere doeleinden te gebruiken. Zij eren waarom wij allen hier zijn gekomen. Wat een grote zegen is het om de wereld te verlaten en te zeggen: “Ach, ik heb niets anders meegenomen dan deze mensen. Ik kwam terug met een vol hart en lege handen.” Dan is Thuis zowel hier als daar gevestigd. En weet je wat er dan gebeurt? Nou, wanneer iedereen in je kleine groep waarmee je werkt compleet is in deze wereld, gaan jullie allemaal naar een andere plaats waar Thuis wordt ontkend, en dan herstel je Thuis daar. Dan red je die wereld. Wat moet er anders gered worden dan een plaats waar Thuis tijdelijk verloren is gegaan? Wanneer alle plaatsen zijn heroverd, is het werk gedaan en begint de pret. Wanneer je Thuis bent, is je ervaring van Aanwezigheid prachtig, maar zelfs daar is je ervaring niet volledig, want ook die is in ontwikkeling. Toch is ze zo groot als je vermogen, en naarmate je vermogen in de loop van de tijd groeit, zal de ervaring van Aanwezigheid steeds groter en inclusiever voor je zijn. Het zal je opperste vreugde zijn dit bij te dragen, waar je ook heengaat.
Laten we dus dankbaar zijn voor hen die gaven, want hun geven herinnert ons aan ons eigen doel hier. En als we bijdragen aan het leven, zullen we zien dat het leven bijdraagt aan ons om ervoor te zorgen dat in onze behoeften wordt voorzien en onze harten worden gevuld.